Jezus,

Achter marmeren gezichten
aanhoorden de machthebbers
en hogepriesters
het vonnis over Jou.

Hun koude maskers
en scherpe tongen
vertolkten hun haat
en hoogmoed.

Zij stookten een vuur
van wantrouwen
onder het volk.

Jouw naam schreven zij
met inkt van haat
in het hart van de mensen.

Jij wilde immers
de zielen van de mensen
bevrijden.
Jij sprak hen
van Jouw Koninkrijk,
van de ene ware God,
Jouw Vader.

Jij sprak een 
revolutionaire taal.
De macht van de keizer
leek wel belaagd.
Jij liep in de weg, Jezus...