U spreekt tot ons met stille trom.
Niet luidruchtig en banaal,
Vanuit Uw verre heiligdom.
Almachtig, magistraal.
 
Zachte wind duidt op Uw bijzijn.
Het stille ruisen van Uw geest.
Gewijde rust rondom Uw aanschijn.
Uw heiligheid, maakt ons bedeesd.
 
Wij zien vaak uit naar die momenten.
Zoeken dagelijks met U contact.
U ontmoeten Deo Volente,
Als de hoop is afgezwakt.
 
Ons,  kindren van Uw gastgezin,
Reikt U dan Uw Vaderhand.
U komt ons tegemoet daarin,
Zond ons Jezus, Uw gezant.
 
Hij overbrugt naar ons de kloof.
Het dal van schuld en zond'
Is thans gedicht. Hem zij geloofd.
Wij prijzen U met hart en mond.