Krijgen mijn "goede werken" dan toch loon?
Het zijn geen goede, maar hooguit slechte beste werken.
Werken, die God wil aanzien in genade; dat is de toon,
die het Woord wil zetten, op mijn "goede werken".

Nee, geen verdienste van mijn kant.
Hoe zou het ook kunnen, want uit mij geen goed,
in der eeuwigheid niet, maar het is Gods hand,
die mij stuurt naar Christus' bloed!

Daarom is het geen verdienste van mij,
maar genadeloon; ontvangen in dankbaarheid.
Geen loon; uitbetaald in goud of zilver of wat het ook zij.
Maar een loon dat geeft: Aan Hem verbondenheid.

Loon ja, maar wat is loon?
Gods loon is zo wonderschoon!
Hij betaalt het uit, in het bloed van Zijn Zoon
en zo mag ik eens dragen: Die genadekroon.

Dat is Gods loon, voor die het van Hem verwacht,
Die ook begeert te leven naar Zijn gebod,
is dat geen heerlijk "arbeidsaanbod"?
Vrucht van Christus, daarvoor is Hij, als hèt Lam geslacht!

                                           (n.a.v. vr. en antw. 63)