Wat troost schept mij het eeuwige leven?
Scheppen, dat doet denken aan overvloed,
dus zal die troost mij ook heel veel geven.
In de eerste plaats God zelf, Die aan alles voldoet!

Straks zal ik Hem mogen aanschouwen,
omdat Christus mij heeft ingewonnen.
Hij die mijn leven heeft "ontgonnen".
Hier is het nog door geloven en beschouwen.

Het eeuwige leven; een zalf voor mijn wonden.
Geslagen door mijn zonden.
Het eeuwige leven geeft zoveel troost.
Omspant heel mijn leven, van west tot oost!

En van zuid tot noord,
tot in het hemels zalig oord.
Mijn oog heeft het niet gezien,
wat God gedaan heeft; ik zal naar Hem uitzien.

Mijn oor heeft het niet gehoord.
Het is in mijn hart niet opgeklommen.
Ik heb in Hem overwonnen.
Dat loopt door mijn leven, als een rood koord!

                             (n.a.v. vr. en antw.58)