En dan die heel persoonlijke vraag!
Voor wie is het Heilig Avondmaal des Heeren;
Begint de Catechismus dan met: Die Hem begeren?
Nee, maar of ik mijzelf om mijn zonden mishaag.

En dan toch gelijk er achteraan,
dat ik nochtans vertrouw, dat om Christus' wil,
mij al mijn zonden zijn vergeven; Ik word stil!
Zo onuitsprekelijk groot, om zo tot Hem te gaan.

Niet alleen, dat vergeven is mijn zondigheid,
maar ook al mijn overgebleven zwakheid.
Dat ook die met Zijn lijden en sterven is bedekt.
Zo volkomen is Zijn offer! Heb ik dat al ontdekt?

Ja, in Zijn Woord kan ik dat ontdekken.
Dat brengt wat teweeg, omdat Hij mij wil bedekken;
Dan kom ik weer bij het woord begeren,
om steeds meer te leven naar de eer des Heeren!

Dat ik aan mijzelf wil sterven, meer en meer.
Alleen voor Hem wil leven, heel teer.
Zulken worden aan Christus' tafel verwacht,
om het geloof te sterken in Zijn kracht!

                         (n.a.v. vr. en antw. 81)