Zwijgend,
mijn handen werkeloos in mijn schoot,
zit ik voor het gebarsten raam.
Ik kijk naar buiten,
naar de troosteloze wereld,
die langzaam aan mijn ogen voorbij is gegaan.

Denkend,
aan die donkere jaren,
vol wanhoop en verdriet.
Zie ik steeds weer,
het grauwe moment
waarop mijn vader mij verliet.

Opgehaald,
midden in de koude nacht,
in goederenwagons weggereden.
En nu pas,
besef ik goed,
hoe hij heeft geleden.

Telkens weer,
zie ik zijn glimlach,
als ik naar vergeelde foto's kijk.
En in mijn hart,
zal hij voor altijd blijven,
als de wortels van een standvastige eik.

Ik besef,
ik ben niet de enige,
die diep in de ziel is verwond.
Zoveel gezinnen,
zijn door oorlog getroffen,
en missen iemand uit hun hechte front.

Mijn vader is van me weggenomen,
uit mijn zonnige jeugd,
waar een donkere schaduw over is gedaald.
Oorlog verwoest gezinnen,
en ook vandaag de dag,
worden mensen door de klauwen van oorlog gehaald
Anne-Meike van der Maat