Het was vroeg, de zon kwam op, het werd een nieuwe dag
ook in de hof van Josef van Arimathea,
daar waar onze Heere sinds vrijdag begraven lag,
dicht bij Jerusalem, op de berg in Moria.

Op Goede Vrijdag had Hij Zijn leven gegeven
als Lam van God Die de zonden der wereld wegdraagt,
vandaag staat Hij op als Heer van het eeuwig leven
op de morgen van Pasen, De Dag, Die God behaagt.

Hij voldeed de schuld, het is van eeuwige waarde,
op de berg die God verkoos, in het land Moria;
aan Hem is alle macht, in hemel en op aarde.

Hij zal weerkomen, met grote macht en heerlijkheid,
als de bazuinen klinken: De Dag, vol gloria;
Heer, doe ons daar in delen, nu en in eeuwigheid.

bij Joh. 19 : 40-42 en 19 : 30 en Joh. 1: 29 en 36
Gen. 22 : 2 en 14 ; Matth. 28 : 18 en Math. 24 : 30 en 31
I Cor. 15 : 3 en 4; Hebr. 9 : 12 en 27 - 28; I Thess. 4 : 16 en 17.