Veel christenen gaan gebukt door ’t leven,
ze vragen altijd maar of God
hen helpen wil en zegen geven,
bevrijden uit hun aardse lot.
 
Zo komen zij elkander tegen,
ze klagen dikwijls steen en been.
Geluk staat voor hen nooit op negen,
hun overwinning is geween.
 
God wil dat christenen zich bekeren.
Hij heeft een plan voor elke man.
Ook vrouwen gaan voortaan beweren:
‘k Leef door geloof dat alles kan !
 
Geen nederlaag dan meer beleden,
de hoop op God staat nu voorop.
In mensen van Zijn welbehagen,
daar waait de kruisvlag hoog in top.
 
De boze machten moeten vlieden,
God brengt de wereld tot Zijn plan.
Hij heeft ons toch zoveel te bieden:
Geloof, dat overwinnen kan.
 
Daarom, de wil nu omgebogen.
In Jezus’ spoor volgt elk Hem na.
Wij willen slechts de naam verhogen,
van Hem die leeft,  nà  Golgotha !