Gods ploeg trok diepe voren
in het zwaarbeproefde hart,
en in dat spoor opnieuw geboren
verliep de baan in smart.

Hij gooide om en om
wat ik in jaren had geslecht,
doorwrocht mijn heiligdom
en trok de diepe sporen recht.

Ik sprak: 'O Heer het doet zo'n pijn
en heel mijn wezen gaat ten onder.'
Hij sprak: 'Ook nu zal ik er zijn
aanwezig bij het wonder.'

Toen strooide Hij met gulle hand
het nieuwe levenszaad.
Mijn hart stond door die gloed in brand
en opende zodat het leven binnengaat.

Ik sprak: 'O God, de nieuwe pijn
zal leven in het omgeploegde hart,
zodat er eens de rijpe vruchten zijn,
geboren uit de oude smart.

Ik vroeg: 'O Heer blijf bij dit groeiproces
en breng Uw warmte in mijn akker.
Beschijn met liefde deze levensles,
dan wordt het koren juichend wakker.'