"Zware jongen",
zo wil men mij benoemen.
Toch mag ik mij in God beroemen,
want Hij heeft gena bedongen,
ook voor mij!
Waarom is het dan, dat ik lijd?
Waarom noemt men mij "zwaar"?
Omdat ik voor de Heere wil leven?
O, leer toch zelf te beven,
want God is heilig, dat is waar!
Mijn God heeft recht op mij.
Ja, op heel mijn leven,
in al mijn doen en laten.
En als ik mij op Hem wil verlaten,
word ik "zwaar" genoemd!
Het is niet om het even,
hoe wij hier op aarde leven!
Eénmaal vraagt Hij rekenschap,
want al het onze staat toch in Zijn "map".
"Zwaar", "licht" of tussenin,
de Heere weet het, dus bezin,
wat wij hier op aarde doen,
heden, morgen, gisteren, maar ook toen!
Is het dan "zwaar",
als ik Gods Woord in mijn hart en leven bewaar?
En daarnaar wil leven?
Is Hij het dan niet waard?
Wat is mij meer waard, dan Hem op deez' aard?
Ben ik dan "zwaar"?
Dat is toch niet waar ?
Of raak ik daarmee hun geweten
en voelen ze zich gebeten ?
God is mijn Licht
en daarom heb ik zicht.
Dan maar een "zware jongen",
mijn God kan mij wel dragen.
Hij is mijn hulp en sterkte,
die al mijn heil bewerkte.
'k Mag zingen uit heel mijn longen,
al zijn en blijven er vragen.
'k Wil graag leven, met en voor Hem
en Hem loven en prijzen, met hart en stem,
opdat Zijn eer, ook in mijn leven wordt verheven.
Zijn geboden zijn niet zwaar,
maar Hij wil wel dat ik ze bewaar,
dat ik naar Zijn bevelen zal leven.
Dan zal mijn ziel met al haar zinnen,
U, o Heere, hartelijk beminnen.
Mijn Steenrots, burg en helper is de Heere!
Mijn God, mijn Rots, mijn zaligheid en mijn ere.