Ik loop langs het strand, in gedachten verzonken.
Gods wegen begrijp ik soms niet.
De vreugde die jij steeds aan mij hebt geschonken,
dat is nu mijn grote verdriet.
Zonder een afscheid, zomaar vertrokken
als een dief in de nacht.
Jij liet mij achter geschokt en geschrokken,
jouw heengaan kwam heel onverwacht.

Ik voel me opstandig, verdrietig en woedend,
ik staar in het niets over zee.
Dan loop ik weer verder, totaal niets vermoedend,
denk ik:"Loopt er nou Iemand mee?"
Niemand te zien, ik zal me vergissen.
Ik schrijf jouw naam in het zand.
Al is het verbeelding, maar 't kan haast niet missen
"Ik ben niet alleen aan het strand".

Ik loop langs het strand, in gedachten verzonken
Gods wegen begrijp ik soms niet.
Dan voel ik toch ook dat me troost wordt geschonken,
dat Iemand deelt in 't verdriet
Dat geeft me troost, kracht om verder te leven,
hoewel ik nog vaak aan je denk.
De vreugde die jij steeds aan ons hebt gegeven,
ervaar ik nu als een geschenk.

Hans Cieremans