Waarom, moest jij gaan.
Jij, een moeder, een oma, een vrouw.
Zo een bijzonder, iemand waar ik zoveel van hou.
Zomaar weggegleden in de kou.
Niet te bevatten zo gauw.

Waarom, nu in de herfst het najaar.
Zonder gemopper of gemaar.
Een glimlach een woord, het is niet meer
De leegte het gemis het doet zo verschrikkelijk zeer.

Waarom, veel te jong en vol van het leven.
Nog zoveel te doen en te geven.
Aan je geliefden om je heen.
Maar het is voorbij en ik ween.

Ik ween en weet het is echt voorbij.
Het lijden, de tijden van het jaar.
Het leven hier bij mij.
Maar jij, jij bent nu echt vrij.
Om te gaan naar je vrijheid zonder pijn.
Omdat je voor eeuwig bij jouw schepper mag zijn.


Aletta Dijkstra