Elke dag denk ik nog veel aan jou,
omdat ik nog altijd van je hou.
Kon ik maar weer even met je praten,
en al mijn emoties bij je achterlaten.

Zoveel liefde heb jij mij gegeven.
Zonder die liefde kan ik niet leven.
Altijd was je er voor mij.
Jouw knuffels en woorden maakten mij blij.

Sommige dingen die ik tegen je heb gezegd,
waren door satan in mijn mond gelegd.
Door die woorden heb ik jou soms pijn gedaan.
Met die gedachte kan ik maar moeilijk omgaan.

Troost en steun kon ik altijd van je krijgen.
Nu kun je niks anders meer dan zwijgen.
Jij bent bij God en dat is beter dan hier,
maar mijn tranen stromen als een brede rivier.