wij leven in de aardse tijd
die lijkt wel lang, het is maar even
het is alsof het uit de handen glijdt
en voor men het weet, eindigt hier het leven

hebben wij dan zelf wel de gelegenheid
en de macht om dingen uit te richten
of ligt het vast in de eeuwigheid
bij de Vader aller Lichten

alles heeft zijn bestemde tijd
laat de Prediker aan ons horen
en wat God doet is voor de eeuwigheid

mijn levensschip mag in Sion landen
de aardse tijd was niet verloren
mijn tijden zijn in God’s handen

bij: Psalm 90 : 10; Prediker 3 : 1 en 14;
Psalm 31 : 16.