Ik, vogel, ben vleugellam, gewond aan een poot.
Ik ben bij de eerste hulp in een dierenkliniek.
Ik zie vele dieren waar iets mee aan de klauw is.
Ik kan gelukkig mijn vleugels nog gebruiken.
 
Ik ben bij de eerste hulp in een dierenkliniek.
Ik vind het zo verdrietig voor alle dieren die ik zie.
Ik zie vele dieren waar iets mee aan de klauw is.
Er zijn ook dieren die iets aan hun vleugel mankeren.
 
Ik vind het zo verdrietig voor alle dieren die ik zie.
Ik maak me geen zorgen, wacht rustig af.
Er zijn ook dieren die iets aan hun vleugel mankeren.
Die andere gewonde dieren zijn onrustig.
 
Ik maak me geen zorgen, wacht rustig af.
Het voelt fijn om me geen zorgen te maken.
Die andere gewonde dieren zijn onrustig.
Misschien helpt het ze als ze zien dat ik kalm blijf.
 
Het voelt fijn om me geen zorgen te maken.
Ik zie vele dieren waar iets mee aan de klauw is.
Misschien helpt het ze als ze zien dat ik kalm blijf.
Ik, vogel, ben vleugellam, gewond aan een poot.
 
Matthéüs 6:26 | Lucas 12:24