De stilte fluistert in de nacht
woorden van volmaakte rust.
Ik streel je daarom maar heel zacht
om je teder en bewust
mijn liefde te betonen.

De woorden vinden nu een kracht
waar mijn spreken het verliest.
Ik kus je daarom maar heel zacht
om in het nachtelijke iets
mijn hart te laten wonen.

Maar als de stilte wordt gebroken
door het eerste straaltje zonnelicht
wordt het eerste woord gesproken
waar de stille kracht nog ligt
van liefde zonder spreken.

(Voor J.)