God blies
		hoog van de toren
		zijn zoon
		tegemoet
		die sprong over bergen
		van ijskoude nacht
		terwijl de stilte
		hing
		als een vleermuis
		aan een dode tak.
		
		God had een zachte
		glimlach
		over voor zijn zoon
		die de oude hand
		van de wind
		vatte
		en stersnel opsteeg
		met het heimwee
		van de nacht
		na eerst blindheid
		weggevaagd te hebben.
		
		God blijft stilte geven
		tot de wederkomst
		stilte
		die ieder geluid
		overstemt
		en vraagt dwingend
		krachtig en lichtvoetig
		om geloof
		
		nu zijn zoon
		verkeert
		in een adembenemende
		positie:
		ter rechterhand Gods.
		
 
                    
-