Heere, hoe kon het ooit gebeuren
dat in Uw eeuw’ge heerlijkheid.
waar steeds, in goud, de bloemen geuren,
voor toen, en nu, en voor altijd
men méér wou dan U hebt gegeven,
en tegen U in opstand kwam,
om naar de hoogste macht te streven
en dat men zelf die plaats innam

er kan geen and’re uitkomst wezen:
het eindigt in verlorenheid
-zo was het toen, zo is ‘t in dezen-
als loon voor die opstandigheid
God zal die rebellie beënden,
ze zijn de hemel uitgezet;
nu willen zij God's schepping schenden,
en mens en dier ervaren het

voor ons ging ’t paradijs verloren,
al was dat onze eigen schuld;
en alles willen zij verstoren,
dat wordt op deze Dag onthuld:
die Grote Dag, de Grote Morgen,
dat Jezus komt in heerlijkheid:
Hij brengt een eind aan alle zorgen
en ook aan die gebrokenheid

ook gaan bij God de boeken open
van wat die vijand heeft misdaan;
die kan zijn vonnis niet ontlopen:
hij komt in Gods gericht te staan;
daar zal het tot vergelding komen
voor alles wat is aangericht;
daaraan kan niet worden ontkomen:
God's recht wordt aan hem uitgericht

in volle maat wordt ’t aangerekend,
het loon voor die vijandigheid:
ten volle wordt dat afgerekend,
dat blijft zo, tot in eeuwigheid;

Heere, moge het gaan gebeuren
dat in Uw eeuw’ge heerlijkheid
waar steeds, in goud, de bloemen geuren,
wij bij U zijn, dan voor altijd

bij Openbaring 12, vers 7 e.v.; en 20, vers 7 e.v.