Fluweelzacht komt de dag tot leven.
Het geeft de wereld een glans mee dat
aangeeft dat er Iemand van ons houdt.
Harten grijpen het licht vast en de
ogen brengen de dageraad liefdevol
verder het leven in, dag in, dag uit,
zo gaat dat al eeuwen en eeuwen door.
God brengt het licht in de wereld
en mensen, dieren en planten
leven van, met en door het licht.

Paddestoelen staan glimmend te
verhalen over een lang verleden
wat ook in de toekomst verder leeft.
Bomen ruisen hun eigen verhaal
en de bast vertelt ons de jaren
dat hij heeft gevochten tegen de
natuur maar vooral tegen de mens.

Het wordt lichter en lichter,
de bosrand is alweer te zien.
Een pad slingert door het bos
tot dat het einde is genaderd
en daarna neemt het licht het over.

De mens voelt zich thuis
in het bos, op de heide,
in de duinen, langs het strand,
overal waar hij de natuur natuurlijk
kan beleven weet hij dat er hoop is
voor de mens die zijn omgeving niet
ziet als een wegwerpmaatschappij,
maar wil samenleven in een leven
dat vol staat van kleine oases
in de levenswoestijn, paradijsjes
die soms, heel even maar,
die betovering biedt waar wij
altijd naar op zoek zijn,
elke dag weer, ja,
een mensenleven lang.