Zomertijd,
vogels fluiten
zoals de oude zongen.
Merel zoekt de top op van
hoogste boom in zijn gebied,
zingt het hoogste lied.
Meerkoet, waterhoen:
twiet, twiet, twiet
wordt gehoord,
eenden, tal van soort;
snel peddelen de jongen
in hun oudersporen voort.
Reigers turen uren om vooral
kikkers en vissen niet te missen
stil en roerloos aan waterkant.
Buizerds speuren naar prooi,
prachtig mooi als gegoten
op een staak geplant
in weiland.
 
Wat werd geknot is ontbot,
wat werd gesnoeid groeit en bloeit.
Eerst in knop ontluiken bloemen volop,
vouwen zich open in tal van kleuren,
sommige te ruiken met geuren
op verstilde vleugjes wind.

Kijk naar, beleef, dit
steeds weerkerend wonder
met ogen en hart van een kind.
Al is het slechts in gedachten:
geniet, zing, fladder, dans.
Tel alle langere dagen,
niet de korte nachten,
mis geen door God
geboden kans.

2008
 
Angela Walraven, Ewijk