Lieve vogeltjes die buiten fluiten,
dank voor jullie mooi en blij geluid
dat ik vernam als het voor mijn doen
zó goed met me gesteld was
dat ik op mijn terras
wat tuinwerk kon verrichten.
God blijft ook de dagen
die ik haast niet kan verdragen
met Zijn zegeningen verlichten.
God zij dank kan ik af en toe
– al ben ik nóg zo moe –
ondanks alles écht naar buiten.
Onderweg, een héél klein stukje,
kan soms nog nét: een gelukje.
Vanuit een eitje hebt U mij geformeerd.
Mijn pad liep daarna zó verkeerd.
Veel te ver van U weg uitgevlogen,
leek die vlucht me opperbest.
Dank U wel, God en Here,
dat ik terug mag keren
naar en in Uw veilig nest.
Psalm 139:13
Psalm 139:13