ik heb in mijn leven God wel zien wenken
ik ben voor mijzelf daarmee klaar gekomen:
ik moet Hem niet ik wil er niet aan denken
bij Hem ter verantwoording te gaan komen

ik maak zelf uit wat ik wil, daar blijft het bij
daarmee zijn al mijn zaken voorgoed afgedaan
ik ga steeds mijn eigen weg, niets hindert mij
om zo in het leven hier op aard' te staan

hoe kom ik met de gedachte aan God klaar:
ik kan Hem ontkennen, doen of Hij niet bestaat,
of zeggen dat ik niet weet het hoe en waar
en dat ik het dan en daarom maar zo laat

ik kan ook mij tegen Hem gaan verzetten
door Zijn Woorden aan ons tegen te spreken:
die deugen niet, ik ga daar niet op letten
dan komt 't door Hem Zelf dat wij met Hem breken

wat ook kan, is een karikatuur maken
van Hem, en van alles wat Hij zegt en doet
en dat dan gebruiken om Hem te raken
te honen en te smaden: wat voelt dat goed !

die weg wil ik opgaan, met al mijn krachten
dan kan ik al mijn afkeer en haat wel kwijt
het kan mij niet schelen wat mij zou wachten
hier in de aardse tijd of in de eeuwigheid

ik moet dat nog zien, ik geloof er niet in
maar is het zo, dan zal ik daar gif spuiten
net als hier; tegen Hem is mij niets te min,
' k wil Hem en Zijn hemel niet, houdt m' er buiten

te wapen tegen Hem, in alle landen
nu ertegen aan, laten we daarvoor gaan
we zijn gewapend tot aan onze tanden
om tegen Hem in de frontlinie te staan

dat is wat ik ga doen, dat is mijn besluit,
ook al zou het leiden tot verlorenheid:
mijn vijandschap aan God gaat daar bovenuit;
daar kies ik zelf voor, in tijd en eeuwigheid

bij : Mattheus 25 : 2 - 30;
Romeinen 8 : 6 - 8