onze tijden zijn in God's handen

alles heeft zijn bestemde tijd
de tijd is niet vast te houden
dat zegt ons het boek der wijsheid
evenzo voor God's vertrouwden

mijn tijden zijn in God's handen
bij mijn komen en bij mijn gaan
bij't gaan door de aardse landen
Heere, wil me daar in bijstaan

waarom moet ik die wegen gaan
was 'k maar in Eden gebleven
om eigen schuld moest 'k er vandaan
om tijd'lijk op aard te leven

ik voel me ver bij U vandaan
ik verlang terug naar Eden
Heere, mag ik naar U toe gaan
bij U zijn in 't eeuwig heden

bij U zijn in het paradijs
zond' en tranen zijn dan voorbij
U lof zingen op hoge wijs
en met U wandelen, zegt Gij

wil mij van mijzelf bevrijden
mag ik voor U rentmeester zijn
U behoren al mijn tijden
verheug mij met Uw zonneschijn

wil mijn hart Uw vrede geven
en neem mij bij U voor altijd
voor Uw aangezicht te leven:
mag dat zijn mijn bestemde tijd