de Heer wilde eens naar de overkant gaan
toen Hij bij het meer van Galilea was
met de discipelen die daar bij Hem staan
aan de oever van die diepe waterplas,
zo zijn ze toen met hun allen scheep gegaan

toen zij voeren, is Hij in slaap gevallen
maar toen kwam er onverhoeds een stormvlaag aan
en die konden ze niet aan met hun allen,
ze wekten de Heer en zeiden: wij vergaan,
storm en water hebben ons overvallen

Hij zag de storm en het wilde water aan
en beval de wind er mee op te houden
en de zeeen om rustig verder te gaan
dat zij aan de overkant komen zouden
om daar veilig aan de wal komen te staan

u gelooft in de Vader, zo sprak de Heer
en in Mij, Die de Vader heeft gezonden
heb geen vrees, Ik ben met u, ook op dit meer
Ik ben met allen die Ik heb gevonden
en met wie Ik straks in heerlijkheid regeer

de discipelen waren met Hem aan boord
zij zagen daar Zijn macht en Zijn heerlijkheid
en spraken: hoe groot en machtig is Zijn Woord
Hij is onze Heer, Koning in eeuwigheid
zo ligt het voor ieder die naar Zijn stem hoort

bij : Mattheus 8 : 23 - 27;
Marcus 4 : 35 - 41;
Lucas 8 : 22 - 25