het aardse leven is maar tijdelijk
wat zijn zeventig of tachtig jaren:
dat is het, het is onvermijdelijk
dat we dan de eeuwigheid invaren

daar komt ons levensscheepje aan de kant
om daar in die haven af te meren
we strijken de zeilen en al het want
om te gaan naar Hem, de Heer der Heeren

daar zullen wij voor Hem komen te staan,
als wij daar Zijn Koningsstad betreden:
dan neemt de Heer ons in Zijn gratie aan

ge zijt nu hier, in de Stad der Steden
zie de glorie van Jerusalem aan:
ge zult bij Mij zijn, in eeuwigheden

bij: Psalm 90 : 10, 13 B en 17;
Johannes 5 : 24;
I Thessalonicenzen 4 : 17 B