het aardse leven eindigt op een keer
zo staat het in de Schrift voor ons te lezen
zeventig jaar, tachtig, er is niet meer
om voor het hierna voorbereid te wezen

zo was het niet, en zo zal het niet blijven
we waren eenmaal in het paradijs
de boze deed ons daar onrecht bedrijven
en wij betaalden er de hoogste prijs

en zo komt er een eind aan 't aardse leven
ge zijt stof, tot dat stof keert ge nu weer
maar 't zal een grote nieuwe morgen geven
bij 't klinken der bazuinen komt de keer

wij zullen uit ons vlees de Heer aanschouwen
zo zegt Hij Zelf, door Job's en Paulus' mond
op Hem en op Zijn Woord kunnen wij bouwen
Hij Die voor ons bij God verzoening vond

't leven bij de Heer dat eindigt nimmermeer
wij zullen er weer zijn, in Eden 's Hof
in de avondkoelte is daar onze Heer
daar wandelt Hij, daar zingen wij Zijn lof

en zie daar de gouden Stad Jerusalem
hoe schoon en hooggebouwd is Zijn Hofstad
pelgrims die De Stad inkomen, zingen Hem
Die op Moria alles volbracht had

het aardse leven leidt naar de eeuwigheid
daar is Hij, de Schepper aller dingen
Die het werk der verlossing heeft toebereid,
eeuwig dank en eer, zullen wij zingen

bij : Psalm 90; Job l9 : 25 - 27;
I Thessalonicenzen 4: 13 - 18;
Openbaring 21 en 22