de zomer is voorbij, de dagen gaan weer korten
het is eerder donker en het wordt nu later licht
en in de herfst kan het soms van de regen storten
maar wat is de natuur nu mooi, wat een vergezicht

de bomen met hun bladeren, in prachtige tooi
wat een kleuren overal, de akkers en velden
geven ons hun vruchten en het laatste graan en hooi
zie, een rijke oogst, voor de winter zich gaat melden

na de winter komt de lente, in haar volle pracht
groen en bloemen zijn rondom ons, in alle kleuren,
schoonheid en heerlijkheid die ons in de lente wacht,
' t is de voorbode van wat staat te gaan gebeuren

want de Heer brengt ons een lente die geen einde heeft
Hij komt weer op die Dag , met aan de hemel wolken
Hij is de Koning, Die ons het paradijs weer geeft
voor ieder die in Hem gelooft, uit alle volken

daar zal de Heere heerlijk voor ons zijn, zegt het Woord
't zal een plaats zijn met rivieren en brede stromen
wij wandelen daar met Hem, in Eden's lief'lijk oord
eeuwig lente, vol met bloemen en levensbomen

daar is Hij, Die wij in Zijn schoonheid gaan aanschouwen
Hij, Die van eeuwigheid aan het voor ons heeft voorbereid:
Hij heeft Eden en Jerusalem willen bouwen:
Hof der Hoven en Sion, voor tijd en eeuwigheid

ik heb ingezien dat wat God doet, voor eeuwig is
iets daaraan toedoen of er van afdoen, dat gaat niet
in Zijn vaste handen ligt onze behoudenis,
Hij, naar Wie ieder van ons met hoge achting ziet

bij : Openbaring 21, vers 2 tot 5;
Jesaja 33, vers 17, en 20 tot 24;
en Prediker 3, vers 14 en 15