ik ben verheugd, en ik ben blij
mijn aardse reis die gaat voorbij
mijn levensdoel komt naderbij
het wordt nu thuiskomen voor mij

ik reisde hier mijn weg op aarde
eens zag ik daar die schone gaarde
de Hof van Eden, in haar waarde
die God voor u en mij bewaarde

ik woonde jaren in dit land
en werkte er met eigen hand
van ‘t land tot aan de waterkant
maar het was niet mijn vaderland

want onze Heer wilde mij vinden
ik waaide weg met alle winden
Hij wilde mij met Hem verbinden
en rekent mij tot Zijn beminden

en zo ben ik mijn weg gegaan
het was meer vallen dan opstaan
maar van de weg kon ik op aan
die zou rechtstreeks naar Sion gaan

de Heere is die weg getreden
bijna twee duizend jaar geleden
het was ook in een eeuwig heden
Hij is de hoorder der gebeden


Jerusalem, hoe schoon gelegen
daarheen leiden ’s Heeren wegen
in die Stad geeft Hij ons zegen
want daar wordt Zijn heil verkregen

Hij is De Koning in eeuwigheid
daar is alles door Hem voorbereid
aanschouw Hem in Zijn heerlijkheid
eng’len en mensen in talrijkheid

daar is ook de Hof van Eden
waar de Heer wordt aangebeden
en is ook de Stad der Steden
voor hen die Zijn Naam beleden

en zo reizen u en ik de baan
die naar de hemelen toe zal gaan
waar pelgrims voor God’s aangezicht staan
zij komen thuis, in ’t Vaderland aan

bij : Psalm 122 : 1 - 4;
Psalm 118 : 19 en 20;
Hebreeën 11 : 9 en 10 en 13 - 16