het paradijs, dat is de Hof van Eden
die lag in het oosten, bij de Eufraat
bedoeld om te zijn een eeuwig heden
waar God met ons als Zijn kind'ren omgaat

wij hoorden naar het giftig slangelied
het paradijs ging voor ons verloren
zo is het wel, maar zo blijft het niet
Eden' s Hof blijft de Heer toebehoren

God' s vijand heeft de strijd al verloren
de eindafrekening is er nog niet
die komt en zal zijn als nooit tevoren
waar elk van ons reikhalzend naar uitziet

het vonnis voor hem en zijn kompanen
dat wordt dan voltrokken zoals men ziet
zij zorgden voor leed en dood en tranen
dat wacht hen nu zelf, God vergeeft hen niet

en voor ons opent Hij het paradijs
de Hof van Eden in zijn heerlijkheid
daar zingen wij Zijn lof op hoge wijs
wij zullen bij Hem zijn in eeuwigheid

bij: Genesis 1, en Openbaring 22