Buiten de legerplaats te gaan
Hem achterna te lopen
-gewillig, zonder dwang-
op Hem alleen te hopen
Hem volgen in de dood
gelegd worden in ‘t graf
waar Hij Zijn leven zaaide, gaf
om ons daarin te dopen
Daarom mogen wij hopen
op leven uit de dood

Daarom hoeven wij niets te kopen:
Leven van wat Hij maaide
Hij schenkt genadebrood
Ons Paaslam is geslacht
Horen we Zijn stem
dan is Zijn stem met macht
Zijn Woord klinkt ons in d’ oren

We gaan gelovig horen
hoe Hij in duistere nacht
Zijn hart
en zijde liet doorboren
-O! Wat bittere smart!-
Bloed en water vloeide uit Hem
en geeft nieuwe Levenskracht
uit Zijn dood opnieuw geboren
Alles
alles is volbracht

Maar wie ten leven
op wil staan
die moet knielen eerst
erkennen wat hij heeft gedaan
en wat Hij heeft gegeven
hoe zonde en dood in hem heerst
en Hij stierf ten leven
zonde en zwakheid Hem belijden
Hij wacht, wil wie nederig is,
op Zijn tijd geheel bevrijden
In zwakheid wordt Zijn kracht
volbracht

Dan zal,
als de tweede dood
ons halen komt
o bittere gal
het slechts een afdoen zijn
hoe groot
van ’t kleed van zondevenijn
Als Jezus om ons komt
met sleutelen van hel en dood

De dood is dan
een nauwe poort
waardoor niets mee kan
dan het Woord
Heb je ’t geloofd?
God zij geloofd!

“Kom in” klinkt het, “dragend het kleed,
witgewassen in Mijn bloed,
toen ’t bloedig doodszweet van Mij leek
dat u nu leven doet”.

Hij nam de beker, dronk hem leeg
tot de laatste druppelen
zelfs de edik dorst Hij niet
zodat U nu al huppelend
door die paarlen poort mag gaan
Ja, laat ieder het verstaan:
“Ik ben de Deur, Ik ben de Weg!”
Ja, zeg het ieder, zeg
en zing het nieuwe lied
van Mozes en het Lam
Hij is het waardig dat Hij ontvangt
aanbidding, dank en lofgezang

De zaligheid zij onze God
Die op de troon zit
en het Lam en
ieder zegge
Amen