Moria ligt in het Sieraadland,
daar is de Stad Jerusalem;
bergen hebben er de overhand,
zij hoorden eerder er God’s stem

toen, met Izaäk en Abraham:
God had voor hen een Lam bereid;
nu is daar Het Lam uit Juda’s stam
als offer tot in eeuwigheid

er is geheel in voorzien, door Hem;
die tijd is nu aangebroken,
wij horen Zijn liefelijke stem
Hij heeft ons hart aangesproken:

de Heere bad voor de soldaten
wat zij deden, wisten zij niet,
vergeef, die buiten Salem's straten
werktuig zijn voor wat Mij geschiedt

daar, op Golgotha, stond Zijn moeder
Hij keek haar en Johannes aan:
wil voor haar zorgen, als een hoeder
vanaf heden, en voor voortaan

Heere, wil mij gedenken als Gij
in Uw koninkrijk zult ingaan;
dan zegt Hij: heden zult ge met Mij
in ’t paradijs, in Eden, staan

Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij
verlaten, hier op Golgotha:
omdat GIJ Het Offerlam zijt, vrij
voor Mijn altaar, op Moria !

Mij dorst, horen wij de Heer zeggen,
de wijn geve Hem daartoe kracht
om te spreken wat Hij wil zeggen
voor de dag eindigt in de nacht

dan spreekt de Heere Zelf op Golgotha
over God's werk van eeuwigheid:
Het Is Volbracht; gratie,gloria
aan Jezus Christus voor altijd

Vader, Ik richt Mij naar Uw hand’len:
in Uw Handen leg Ik Mijn Geest
aan ’t einde van Mijn aardse wand’len,
Mijn God zijt Gij altijd geweest

God's Zoon, Hij was in Jerusalem,
Hij heeft voor alle schuld voldaan:
looft Jezus Christus met hart en stem
straks zullen wij rondom Hem staan

bij Hem, de Heer van alle dingen
in Zijn Hofstad, Jerusalem
daar zullen wij Hem lof toezingen
in Eden's Hof, voorgoed bij Hem

daar, in 't Sieraadland, ligt Moria
begeerd door Hem, in heerlijkheid,
't Lam van God is daar, halleluja
van nu aan tot in eeuwigheid

Jerusalem zal voortaan heten,
als stad,: de Heere woont aldaar,
zo laat Ezechiël ons weten;
de Heere maakt dat eeuwig waar