hij was nog niet zou oud in dagen
en had de zorg over zijn moeder;
en zie, nu wordt hij weggedragen,
en wie zorgt nu voor haar als hoeder

in 't kleine bergdorp in het noorden
dat aldaar de naam van Naïn droeg
met weinigen die daarvan hoorden,
maar Jezus was er, Die er naar vroeg

Hij werd met ontferming bewogen
zei : "blijf niet wenen " tot de moeder;
men stond stil, en voor aller ogen
raakt' Hij de baar aan, Hij, de Hoeder

"jongeling, Ik zeg u: op te staan"
zo sprak de Heer in aller midden;
die kwam zittend overeind er aan
om onze Heer daar te aanbidden

zie, een groot profeet is opgestaan
onder ons, zo spraken de mensen
de Allerhoogste heeft dit gedaan
God ziet ons en vervult die wensen

de moeder mocht met haar zoon verder
daar in dat bergdorpje van Naïn
daar was Jezus, de Goede Herder
Hij gaf voor hen het leven weer zin

zo zal het voor ons allen wezen
God's bazuin roept ons om op te staan
dat geldt voor nu en voor na dezen
om voorgoed naar onze Heer te gaan

bij : Lucas 7 : 11 - 17;
I Thesalonicenzen 4 : 15 - 18